Op het programma staan drie prachtige stukken van de late romantische periode van de klassieke muziek. De herfst past bij uitstek bij deze stukken, waarin het begin van het einde wordt ingeluid. De terugblik en de worsteling met de dood, verwoord in gedichten van Hermann Hesse en Joseph von Eichendorff, zijn door Richard Strauss meesterlijk op muziek gezet in zijn “Vier Letzte Lieder”. De liederen behoren tot de laatste composisities die Strauss vlak voor zijn eigen dood schreef en worden uitgevoerd door soliste Kris Ng (sopraan) onder begeleiding van het orkest. Het stuk wordt voorafgegaan door het symfonische gedicht “Totenfeier” van Gustav Mahler, een treurmars waar Mahler overdenkt en levensvragen stelt. Na de pauze brengt het orkest een ode aan de rivier de Rijn met de derde Symfonie van Max Bruch, wiens werk, afgezien van zijn eerste vioolconcert en “Schotse Fantasie”, vrijwel (onterecht) onbekend is.